Babymoordproces Belgisch-Limburg uitgesteld na onverwachte bevalling verdachte

In dit artikel:

Een vrouw uit Lanklaar (gemeente Maasmechelen), 31-jarige Nora R., die terechtstaat voor de dood van haar pasgeboren zoon, is tijdens haar voorarrest onverwacht bevallen. In de nacht van vrijdag op zaterdag vroeg ze in haar cel in de gevangenis van Hasselt medische hulp; de dienstdoende arts constateerde meteen weeën en liet haar naar het ziekenhuis overbrengen. Het kind verkeert naar verluidt in goede gezondheid.

De bevalling zorgt voor vertraging in het proces: de zittingen, die vrijdag begonnen bij het Hof van Assisen in Tongeren, liepen twee dagen vertraging op en maandag wordt bekeken of het openbaar ministerie of de voorzitter verdere uitstel zal toestaan. Jeugdzorg moet bepalen wat er met de pasgeborene gebeurt; volgens de gevangeniswoordvoerder is het kind niet tijdens detentie verwekt. De advocaat stelde dat de vrouw van november vorig jaar tot mei een strafonderbreking had gehad, een tijdelijk verlof.

De zaak draait om de dood van een baby in februari 2018. Volgens het dossier zou Nora R. het pasgeboren kindje hebben verstikt in haar badkamer en het lichaam hebben verborgen in een reiskoffer in het ouderlijk huis; het lichaam werd ongeveer een maand later door haar vader aangetroffen tijdens verbouwingswerken. Tijdens de eerste zittingsdag zei de beklaagde dat ze in paniek was geraakt en zich niet alles goed herinnert, maar ze ontkende evenmin de feiten: "Ik heb gedaan wat ik gedaan heb."

Het proces speelt publiekelijk ondanks een verzoek van de verdediging om de zitting achter gesloten deuren te laten om de twee oudere kinderen van de vrouw (11 en 13 jaar) te beschermen; dat verzoek werd door het hof geweigerd. Opmerkelijk is dat niemand op de hoogte was van de zwangerschap — het is niet duidelijk of Nora R. dat zelf wist — en dat uit het verleden blijkt dat zij twee eerdere zwangerschappen geheim heeft gehouden.

Samengevat: een onverwachte bevalling in voorarrest heeft een lopende assisenzaak rond de vermeende moord op een pasgeborene complexer gemaakt; het onderzoek en de rechtszaak worden voortgezet, terwijl de korte- en langetermijnzorg voor het pasgeboren kind door jeugdzorg moet worden geregeld.