Begroting 2026: Koersvast investeren in Limburgse groei en weerbaarheid
In dit artikel:
Provincie Limburg presenteert een robuuste begroting voor 2026 en zegt daarmee financieel gezond te blijven, maar waarschuwt tegelijk voor onzekerheden door herverdeling van het Provinciefonds en geopolitieke ontwikkelingen. De tussenrapportage “Koers Halverwege 2023–2037” laat zien dat veel beleidsdoelen worden gehaald, terwijl er ook ruimte is om resultaten te versnellen en de regionale impact te vergroten. Het coalitieakkoord “Elke Limburger Telt” en acht strategische proposities (gebaseerd in de brochure ‘Limburgse kansen voor heel Nederland’) vormen het kader voor richting en lobby richting Den Haag en Brussel.
Gedeputeerde Stephan Satijn benadrukt dat de provincie actief regie neemt over haar toekomst en voorbeelden daarvan zijn de Limburg Defensie Agenda en nieuwe samenwerkingen tussen Defensie en bedrijven zoals VDL in Born, plus de Defensie‑Innovatiehub op Brightlands Chemelot Campus. Naast defensie staan woningbouw, energie, kwetsbare wijken, verduurzaming van Chemelot, het platteland, de Einstein Telescope en drie‑nationale kennisontwikkeling hoog op de agenda. Nieuwe voorstellen worden binnenkort aan Provinciale Staten voorgelegd.
Belangrijke voorgenomen maatregelen:
- Actiever grond- en vastgoedbeleid: aankoop van circa 700 hectare grond, geraamd op ongeveer €111 miljoen, bedoeld voor woningbouw, economie en energieopgave.
- Dekkingsbijdrage voor de Maaslijn: een provinciale bijdrage van €44,5 miljoen tot en met 2028 om meerkosten voor vervoerder Arriva te compenseren door vertragingen.
Financieel verwacht Limburg in 2026 een positief resultaat van circa €29,2 miljoen, voortkomend uit hogere renteopbrengsten, dividenden en een herberekening van motorrijtuigenbelastinginkomsten. Tegelijk is een structureel nadeel van €9,1 miljoen opgenomen in verband met de verwachte herijking van het Provinciefonds; een nieuw verdeelmodel moet per 1 januari 2027 duidelijkheid geven. De provincie benadrukt daarom voorzichtigheid bij het aangaan van langdurige verplichtingen om toekomstige risico’s op te vangen.