Bij de politie rinkelt de telefoon dagelijks vanwege vermissingen

zondag, 2 november 2025 (08:20) - L1 Nieuws

In dit artikel:

Jaarlijks worden in Nederland ongeveer 40.000 personen als vermist opgegeven; in Limburg komt dat neer op gemiddeld vijf meldingen per dag. Voor de politie zijn vermissingen urgent vanwege de grote emotionele impact op familie en vrienden: achterblijvers leven soms uren, dagen of jaren in onzekerheid.

De Limburgse politiemedewerker Sanne (35), gespecialiseerd in vermissingszaken, benadrukt dat elke melding meteen actie vereist. Bij het onderzoek houdt de politie rekening met verschillende verklaringen: vrijwillig weglopen, zelfdoding, ongeluk of een misdrijf. De aard van de verdwijning bepaalt welke middelen worden ingezet — van speurhonden, duikers en helikopters tot het vorderen van camerabeelden en andere gegevens bij een strafrechtelijk spoor. Cruciaal is betrouwbare informatie van familie en kennissen; zonder concrete aanknopingspunten kan de politie geen ongerichte, kostbare zoekacties starten.

In oktober ontving de Limburgse politie drie opeenvolgende meldingen die als ‘urgente vermissingen’ werden aangemerkt, omdat het gedrag van de vermisten sterk afweek van normaal en er aanwijzingen waren dat zij in gevaar konden zijn. Het betrof een 16-jarig meisje uit Maastricht, een 22-jarige man uit Roermond en een 39-jarige man uit Geleen. Publieke hulp werd ingezet — iets wat de politie niet lichtvaardig doet. Bij de zaak uit Geleen schakelde de familie zelf het Search and Rescue Team Nederland (SAR) in; samen met politie en vrijwilligers doorzocht men meerdere plaatsen. Het busje van de man werd later in Lottum gevonden en hij werd uiteindelijk in goede gezondheid aangetroffen, maar verdween kort daarna opnieuw en werd via een Burgernet‑melding opgespoord. Ook de andere twee werden snel teruggevonden.

Statistieken en onderzoek laten zien dat jongeren vaak sneller worden gelokaliseerd; tieners die uit instellingen weglopen worden veelal binnen 24 uur gevonden. Tegelijkertijd blijven oude en langdurige zaken onopgelost: voorbeelden als Tanja Groen (1993), Angelique Hendrix (35 jaar geleden) en Marjo Winkens (sinds 1975) illustreren hoe groot de impact van onduidelijke verdwijningen kan zijn. De zaak rond de in 2022 verdwenen negenjarige Gino van der Straeten toonde zowel de emotionele lading als de capaciteit van de politie om als één team te opereren — hoewel die uitkomst tragisch was.

Kort samengevat: vermissingen zijn veelvoorkomend en complex, vereisen snel en weloverwogen handelen, en raken nabestaanden diep. Effectieve opsporing hangt sterker dan vaak gedacht af van nauwkeurige informatie en gerichte inzet van middelen.