Blokstaarten zijn nu verboden, maar waren in de glorietijd van tophengst Nico een schoonheidsideaal
In dit artikel:
Een paar dagen vóór de paardenmarkt in Lottum (maandag 17 november) staat in Van Nul tot Nu tophengst Nico van Melo symbool voor een verdwenen praktijk: de zogenaamde blok- of gecoupeerde staart bij Nederlandse trekpaarden. Het couperen van staarten gebeurde al vroeg — er zijn verwijzingen tot rond 370 na Christus — maar vanaf de zestiende eeuw was het gemeengoed: veulens van circa drie weken werden vaak zonder verdoving van de staart ontdaan, soms met brute methodes door smeden of op houten blokken. Het was tot ver in de achttiende eeuw en zelfs tot in de twintigste eeuw het schoonheidsideaal voor trekpaarden.
De motieven waren deels praktisch (men vreesde dat lange staarten leidsels konden vangen tijdens het werken op akkers) en deels esthetisch — kort: traditie en mode. Tegenover die argumenten staat dat de staart essentieel is om insecten weg te slaan en dat het couperen een pijnlijke ingreep was die vaak complicaties en infecties gaf.
Juridisch veranderde er langzaam van alles: in Nederland werd het couperen in 2001 verboden, behalve bij medische noodzaak. Een maas in de wet werd misbruikt door attesten van dierenartsen, maar sinds december 2006 mogen paarden met een blokstaart niet op keuringen of markten verschijnen tenzij er gezondheidsredenen zijn. Toen ook België in 2018 het couperen verbiedt en Frankrijk steeds strenger wordt, leidde dat in 2023 tot een totaalverbod om met een gecoupeerd paard aan tentoonstellingen of keuringen deel te nemen. Tegenwoordig zijn vlechten en vastmaken praktische alternatieven en staat dierenwelzijn voorop.