Column Amber-Helena Reisig in De Stemming: Een van ons
In dit artikel:
Amber-Helena Reisig verbindt in haar column persoonlijke herinneringen met mondiale en lokale onrechtvaardigheden en pleit voor wederzijdse solidariteit. Ze opent met een scène uit 2008: na Barack Obama’s verkiezing zat ze bij een Afghaans gezin in het AZC in Heerlen; de tv werd opengedraaid, de gezichten lichtten op en de moeder fluisterde: “Dankzij Obama hebben we hoop.” Ze springt zeventien jaar vooruit naar de verkiezing van Zohran Mamdani — beschreven als uitgesproken socialist, migrant en moslim — en deelt het ontroerde bericht van een islamitische collega waarin een video van Mamdani in het Arabisch stond: “Ik ben een van jullie, voor jullie.” Reisig zegt dat ze die woorden begrijpt, ook al deelt ze niet dezelfde achtergrond.
Op het Crossing Border Festival observeert ze onverwachte verbondenheid: ze raakt aan de praat met een oudere witte professor die al decennialang sociaal-ecologisch onderzoek in de Amazone doet en een keffiyeh draagt; zij delen poëzie, winterkou en later zelfs een paar HEMA-sokken met halve maan die de man haar als gebaar geeft. Dat kleine gebaar staat symbool voor de bredere gedachte van de column: mensen kunnen elkaar steunen zonder identieke afkomst, omdat lijden en strijd met elkaar vervlochten zijn.
Reisig legt de samenhang tussen verschillende crises bloot. Ze noemt grootschalige ontbossing in het Amazonegebied — aangeduid als ecocide — en de menselijke uitwassen in Soedan: massaal geweld, verkrachtingen, hongersnood en het vermoorden of verdrijven van journalisten. Ze wijst op de internationale dimensie: de RSF in Soedan krijgt bevoorrading van de Verenigde Arabische Emiraten, die op hun beurt wapens halen uit westerse landen, waaronder Nederland. Tegelijkertijd speelt zich in Nederland een debat af over vrouwenrechten: meer dan duizend vrouwen demonstreerden onlangs tegen de strafrechtelijke status van abortus, terwijl politieke stemmen, zoals een Kamerlid van JA21, vinden dat het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens “doorgeslagen” is — in hun woorden hinderen mensenrechten vaak migratiebeleid. Amnesty International waarschuwt bovendien dat Europa mogelijk medeplichtig is aan ernstige schendingen tegen vluchtelingen in Tunesië.
Reisig bekritiseert hoe “Fort Europa” migranten wegstoot, terwijl binnenlandse rechten (zoals queer- en vrouwenrechten) door sommigen worden misbruikt om moslims en migranten aan te vallen. Haar tegenbeeld is de onderlinge solidariteit tussen gemarginaliseerde groepen: veel queers steunen Palestina, transrechten worden fel verdedigd door nieuwbakken politici als Mamdani, en pro-Palestina-activisten staan naast feministische groepen die zich uitspreken over Soedan.
De column eindigt met een intiem straatbeeld: een man in een reflecterend hesje danst op vers asfalt, Arabische muziek klinkt uit zijn speaker; Reisig zwaait, hij zwaait terug. Het is het beeld van gedeelde hoop: je hoeft niet ‘één van ons’ te zijn om erbij te horen — genoeg is het geloof in iets beters, de bereidheid om kleine gebaren te doen en het volume van solidariteit even hoger te zetten.