De zoektocht van Kevin van Dessel in zijn eerste Roda-maanden: 'Er is ruimte voor verbetering'
In dit artikel:
Kevin van Dessel heeft de eerste honderd dagen als hoofdtrainer van Roda JC achter de rug en ziet sportief vooruitgang: na tien duels staat de club op de vierde plaats in de Keuken Kampioen Divisie. Voor de 36‑jarige Belg — zijn eerste baan als hoofdtrainer na jaren als assistent — betekent dat een intensere rol met alle beslissingen op zijn bord. Hij werkt dagelijks vroeg op de club en leidt een staf met drie assistenten, een keeperstrainer, een videoanalist/teammanager en de medische ploeg.
Tactisch bouwt Van Dessel aan nieuwe principes en zoekt nog naar vaste patronen, vooral op de flanken. Hij is kritisch op het spel ondanks de resultaten: team en staf hebben tijd nodig om zijn ideeën door te voeren, maar er is een duidelijke stijgende lijn zichtbaar. Belangrijke verbeterpunten zijn het creëren van meer honderdprocentkansen en meer constante prestaties; tegen VVV‑Venlo en TOP Oss leverde Roda twee matige wedstrijden die de coach als leerpunten ziet.
Op de vleugels experimenteert Van Dessel met verschillende spelers en rotaties. Cain Seedorf kreeg een wisselend rolpatroon; na terugkeer van een zware blessure werd hij eerst gespaard om druk van hem af te halen, later terug in de basis met de opdracht meer voor het collectief te spelen — wat resulteerde in de winnende treffer tegen Willem II. Op het middenveld zijn de rollen stabieler, al wisselen Joshua Schwirten en Mitchell Paulissen op de tienpositie; met Paulissen momenteel geblesseerd lijkt Schwirten die plek in te vullen, maar Michael Breij is een alternatieve optie die ook meer naar binnen kan trekken. Jongere of proefspelers zoals Jérôme Deom worden bekeken voor de 'acht'-rol.
Aanvoerder Anthony van den Hurk springt eruit als clubtopscorer en leider: hij maakte tot nu zeven goals, functioneert als aanspeelpunt en heeft zich fysiek goed aangepast aan Van Dessels speelwijze. Off the pitch neemt hij ook een belangrijke rol in de groepsaansturing.
Het doel van Van Dessel is helder en realistisch: meedraaien in de strijd om de play‑offs en bij bovengemiddelde prestaties mogelijk hoger meepraten, met oog voor doorontwikkeling en meer stabiliteit in het spel.