Geleense geschiedschrijver Arthur Schrijnemakers voldoet aan de norm voor een straatnaam

In dit artikel:

Arthur Schrijnemakers (geboren 22 oktober 1917 in (Oud-)Geleen) overleed op 19 april 2015 in Freeport, New York. Nu, tien jaar na zijn overlijden, voldoet hij aan de gangbare termijn om in aanmerking te komen voor een straatnaam ter ere van zijn persoon.

Opgegroeid in een gezin dat een stoombierbrouwerij aan de Dorpstraat (nu Marcellinstraat) runde, doorliep Schrijnemakers het gymnasium in Sittard en bereidde zich aanvankelijk voor op het priesterschap: eerst het Philosophicum te Rolduc, daarna theologie aan het Grootseminarie in Roermond. Vervolgens studeerde hij filosofie aan de Katholieke Universiteit Leuven, waar hij zijn toekomstige vrouw Thérèse De Smet ontmoette. In 1952 emigreerden zij naar de Verenigde Staten op zoek naar betere kansen; daar begon hij kort aan het Governor Bacon Health Center in Delaware City, maar sloeg al snel een academische weg in. Hij promoveerde in de psychologie en werd professor in de filosofie aan Amerikaanse universiteiten.

Schrijnemakers bleef levenslang een gepassioneerd lokaal historicus. Hij verzamelde en onderzocht plaats- en veldnamen (toponymie) en publiceerde twee omvangrijke werken daarover. Daarnaast schreef hij talrijke boeken en artikelen over de geschiedenis van Geleen en omgeving, waarvan de driedelige Geschiedenis van Geleen met bijna 1.400 pagina’s het meest omvangrijk is. Bij bezoeken aan zijn geboorteplaats betreurde hij het verlies van veel oude herkenningspunten door stadsuitbreiding; tot op hoge leeftijd bleef hij actief in onderzoek en publicatie. Zijn omvangrijke oeuvre en toewijding aan lokaal erfgoed vormen de achtergrond voor het verzoek om hem postuum te eren met een straatnaam.