'Ik ben er eigenlijk stil van': Roel Goffin over een historisch WK handbal
In dit artikel:
Roel Goffin, sinds 2020 voorzitter van de Nederlandse Handbalbond en voormalig speler bij clubs als Vlug en Lenig en Sittardia, was de afgelopen twee weken een van de centrale figuren achter het WK handbal in Nederland en Duitsland. Hij geniet zichtbaar van de totaalsfeer rond het toernooi en ziet het als de kroon op een ambitieus beleid dat hij meteen na zijn aantreden formuleerde: meer aandacht voor beachhandbal en het organiseren van een wereldkampioenschap in eigen huis.
Organisatorisch overtrof het evenement alle verwachtingen: negen keer een uitverkochte hal met bijna tienduizend aanwezigen per wedstrijd, iets wat in de reguliere Nederlandse competitie zelden voorkomt. Ook de televisiecijfers vielen positief uit, ondanks dat de uitzendrechten bij Viaplay lagen en niet bij de publieke omroep; Nederlandse kijkers vonden het kanaal snel, terwijl in Duitsland pieken van 3,5 miljoen kijkers werden gemeld, vooral rond de halve finale en finale met de Duitse ploeg.
De komst van koning Willem-Alexander gaf het toernooi extra aandacht: Goffin begeleidde hem langs maatschappelijke projecten, zat naast hem tijdens het duel tegen Hongarije en bracht later samen met hem een bezoek aan het team. Sportief viel het voor Nederland tegen: de Oranje-dames werden uitgeschakeld door Noorwegen in de halve finale en misliepen ook brons, tot teleurstelling van spelers en organisatie.
Spelers benadrukten het unieke karakter van een WK in eigen land en de sfeer die dat opleverde. Goffin hoopt dat de uitstekende exposure en de jarenlange groeicurve van twee à drie procent per jaar leiden tot blijvende groei van de sport in Nederland en meer toeschouwers bij reguliere competitiewedstrijden.