Limburgse schrijver onthult geheim van Lull, Rectum, Benedenknijpe en andere 'vieze' plaatsnamen
In dit artikel:
Schrijver Paul Vreuls (Schaesberg, 1951) heeft op 73‑jarige leeftijd een boek uitgebracht met de veelzeggende titel Reeth, van Lull tot Anus. Het is het verslag van zijn tocht langs 26 plaatsen met dubbelzinnige of schunnig klinkende namen in Nederland, België en daarbuiten. Vreuls klopte overal onvoorbereid aan, noteerde verhalen van bewoners, dook in historische achtergronden en zocht naar taalkundige verklaringen voor de opvallende benamingen.
Het project begon als een reeks voor het motorblad Promotor; de hoofdredacteur was meteen enthousiast en wat begon als korte stukken groeide uit tot een boek. Vreuls, van huis uit reisjournalist (onder meer NRC, Volkskrant, National Geographic), beschouwt het werk niet als arbeid maar als plezier: de ontmoetingen en ontdekkingen gaven hem energie. Tegelijk was het schrijfproces persoonlijk bevrijdend. Hij vertelt dat woorden die hem in zijn puberteit nog ongemakkelijk maakten, zoals 'lul' of 'kut', hun tabukracht voor hem hebben verloren door erover te schrijven en te praten.
Het boek bevat een mengeling van etymologie en menselijke anekdotes. Zo sprak Vreuls onder meer met een man uit Rectum die kampioen werd met zijn koe, ontmoette hij in Vuilendam iemand die nog nooit in de trein of in een grote stad was geweest, en trof hij in de Belgische streek van de zogenaamde "Anale Driehoek" (Kontich, Aartselaar, Reet) ontroerende alledaagse taferelen die hem melancholisch stemden. In Dilsen‑Stokkem vroeg hij aan inwoner Pierre Schrooten of de naam van de wijk Grote Homo hem vroeger pijn deed; Schrooten antwoordde dat hij als kind niet wist wat 'homo' betekende, deels door de sterke invloed van de pastoor in die tijd—spot en opmerkingen over plaatsnamen zouden pas recentelijk zijn opgedoken.
Over het algemeen kwamen inwoners zelden verlegen over; slechts één persoon uit Reeth vermeed vroeger de eigen plaatsnaam op school. Vreuls maakte ook buitenlands uitstapjes langs gelijksoortige namen in Luxemburg, Frankrijk, Zwitserland en Duitsland, en noemt de reeks bezoeken humoristisch maar niet alleen "onderbroekenlol": hij is trots op de inhoud en ontvangt veel positieve reacties.
Kortom: Reeth, van Lull tot Anus is een mix van taalgeschiedenis, lokale verhalen en persoonlijke reflectie. Het boek laat zien hoe plaatsnamen met dubbelzinnige klanken niet alleen aanleiding geven tot lachsalvo’s, maar ook tot inzicht in regionale geschiedenis, veranderende gevoeligheden en het alledaagse menselijk leven.