Jan (67) lijdt aan Parkinson, maar gaat nog graag fietsen: 'Zonder bereik voel ik me erg onveilig'
In dit artikel:
In delen van Limburg dicht bij de Duitse grens is mobiel bereik al jaren slecht, maar dat kan gevaarlijk worden wanneer mensen hulp nodig hebben. Enkele maanden geleden viel in Ven-Zelderheide een 77‑jarige man; zijn alarmhorloge kon geen verbinding maken vanwege gebrek aan signaal. Pas na meer dan een halfuur liep er toevallig iemand langs die hulp kon verlenen.
Het voorval trok de aandacht van raadslid Mariëlla van den Boogaart, die in dezelfde straat woont en het slechte bereik als normaal ervaart. Ook Jan Peeters (67) uit Milsbeek, die Parkinson heeft en een alarmhorloge draagt, meldt dat hij vaak geen bereik heeft. Hij beschrijft het als een onveilig gevoel: zijn apparatuur belt niet door, zijn locatie wordt vaak onjuist weergegeven en in gebouwen heeft hij vrijwel zeker geen verbinding.
Van den Boogaart zette het onderwerp op de agenda: ze publiceerde een raadscolumn en diende samen met een VVD-collega schriftelijke vragen in bij Provinciale Staten. De provincie gaf aanvankelijk aan dat dit een zaak voor de telefonieproviders op landelijk niveau is. Later bleek dat de Commissaris van de Koning gesprekken zal voeren met drie Nederlandse en drie Duitse partijen om naar oplossingen te zoeken.
Statenlid Sjoerd Maillé (VVD) dringt erop aan dat providers verantwoordelijkheid nemen; tot nu toe reageerde maar één partij op verzoeken. Hij roept bewoners op klachten te blijven melden, omdat problemen volgens hem pas serieus worden aangepakt na incidenten.
De situatie heeft directe gevolgen voor kwetsbare inwoners en hun mantelzorgers: ze voelen zich minder vrij en risicovoller alleen buiten huis. Klachten blijven essentieel om druk op aanbieders en bestuur te houden en verbeteringen af te dwingen.